Wegonvlakheid
Er zijn twee soorten onvlakheden van asfaltwegen bekend: dwarsonvlakheid, wat we ook vaak spoorvorming noemen, en langsonvlakheid, welke voorkomt bij afwijkingen in de lengterichting van het wegdek. Denk hierbij aan golvingen of ribbels. Beide onvlakheden zorgen ervoor dat het rijcomfort voor de weggebruikers sterk afneemt en dat de verkeersveiligheid in het gedrang komt.
Oorzaken van wegonvlakheid
Dwarsonvlakheid
Dwarsonvlakheid op het wegdek wordt vaak veroorzaakt door intensieve verkeersbelasting over een langere tijdsperiode. Een andere oorzaak is het gebruik van de asfaltweg door sporend verkeer, ook wel een grote hoeveelheid verkeer dat op precies dezelfde plaats op het wegdek rijdt. Zwakke stabiliteit en zwakke fundering kunnen ook een oorzaak vormen voor dwarsonvlakheid van de wegen. Dit kan op één of meerdere asfaltlagen voorkomen.
Dwarsonvlakheid komt daarnaast voor in twee vormen. De zogenoemde ‘zeegvorm’ duidt op oorzaken dieper in de wegconstructie (onderlagen, fundering). De tweede variant, de opdrukdeformatie, ontstaat als gevolg van het feit dat de vermoeiingseigenschappen van het asfalt ‘op’ zijn. Het gaat hierbij om de bovenste lagen van de asfaltverhardingen.
Langsonvlakheid
Voor langsonvlakheid zijn over het algemeen twee oorzaken te concluderen. Dit zijn ongelijkmatige zettingen in de ondergrond en de grote verkeersbelasting voor het wegdek.
De langsonvlakheid door zettingen ontstaat doordat het gewicht van de verhardingsconstructie op een zettingsgevoelige ondergrond drukt. Door verschillen in zetting ontstaan de (lange) golvingen. Specifiek voor asfaltverhardingen zijn de oneffenheden die optreden in opstelstroken voor verkeerslichten (wasbordeffect). Ook onvoldoende verankering van de deklaag op de tussenlaag is vaak de aanleiding voor ribbelvorming. In algemene zin kunnen we inspectieputten, lekkende rioleringsbuizen en kolken als veroorzakers van het ontstaan van oneffenheden aanwijzen.
Gevolgen van wegonvlakheid
Als er sprake is van spoorvorming, kan dit in sommige gevallen (bijvoorbeeld na een hevige regenval) leiden tot aquaplaning en dus gevaarlijke verkeerssituaties. Als het gaat om langsonvlakheid, kan het leiden tot minder comfort tijdens het rijden en uiteindelijk tot beïnvloeding van de verkeersveiligheid. In alle gevallen zijn deze voor alle weggebruikers schadelijk, maar bijzonder hinderlijk voor al het verkeer op twee wielen.
Welke onderhoudsmaatregelen zijn er?
Dwarsonvlakheid wordt verholpen door het aanbrengen van emulsie asfalt beton (EAB), een combinatie van nieuwe oppervlakbehandeling en EAB (emulsieasfaltbeton) of het licht frezen van de ruggen bij opgedrukte deformatie en het daarna aanbrengen van EAB.
Bij langsonvlakheid worden daarnaast de volgende maatregelen toegepast:
- Het vlakfrezen van lengteverschillen, vervolgens conserveren met oppervlakbehoud en emulsie asfaltbeton;
- Het wegdek bakfrezen, profileren en eventueel overlagen in het geval van het ontbreken van structurele sterkte;
- Het vlakfrezen en plaatselijk uitvullen.
Bij het ontstaan van ribbelvorming wordt het vervormde asfalt gefreesd en wordt deze vervangen door inlagen tot op stabiele laag en gerepareerd met gemodificeerd asfalt. Er is tevens de mogelijkheid tot vervanging door gewapend asfalt.
Wegdekonderhoud? Dan kiest u voor een conserverende laag. Simpelweg snel en duurzaam!